De zonnebloem (Helianthus annuus) is een grote, opvallende plant met heldergele bloemhoofden die lijken op een stralende zon. Het is een eenjarige plant die inheems is in Noord- en Midden-Amerika, maar wereldwijd wordt gekweekt als sierplant en voor de productie van zonnebloemolie en zaden.
De zonnebloem kan indrukwekkende hoogtes bereiken, variërend van 1,5 tot 3 meter, afhankelijk van de variëteit. De stengels zijn stevig, vertakt en bedekt met ruwe haartjes. De grote, ovale bladeren hebben een groene kleur en kunnen tot 30 centimeter lang worden. Ze zijn gerangschikt tegenovergesteld langs de stengel.
Het meest opvallende kenmerk van de zonnebloem is het bloemhoofd, dat bestaat uit talrijke buisvormige gele bloemen (bloemblaadjes) rond een donkerbruin centrum, dat bekend staat als de “schijf”. De bloemhoofden kunnen een diameter hebben van 10 tot 30 centimeter. Naarmate de bloemen ouder worden, buigen ze naar beneden onder het gewicht van hun zaden, waardoor de karakteristieke vorm van de zonnebloem ontstaat.
Zonnebloemen hebben een sterke aantrekkingskracht op bijen, hommels en vlinders vanwege hun overvloedige nectar en stuifmeel. Ze zijn een belangrijke bron van voedsel voor bestuivers en dragen bij aan de bestuiving van andere planten in de omgeving.
Na de bloei ontwikkelen zich zonnebloempitten in het centrum van de bloemhoofden. Deze zaden zijn eetbaar en worden veel gebruikt in de voedingsindustrie, vooral voor de productie van zonnebloemolie en als snack. Ze zijn rijk aan voedingsstoffen zoals eiwitten, onverzadigde vetzuren en vitamine E.
De zonnebloem gedijt het beste in volle zon en goed doorlatende grond. Ze zijn gemakkelijk te kweken en worden vaak gebruikt als decoratieve planten in tuinen, borders en bloembedden. Ze voegen een vrolijke en levendige uitstraling toe aan elke buitenruimte en worden vaak geassocieerd met warme zomerseizoenen en een positieve sfeer.